Skip to main content
Een betoog van Henri Bontenbal, fractieleider van het CDA in de Tweede Kamer, dit stuk is in zijn geheel ook gratis te lezen in Vrij Nederland: https://tinyurl.com/4zjk225t Het weerspiegelt niet noodzakelijkewijs de zienswijze van desolidariteit, maar we beschouwen het als een interessante bijdrage aan het debat over solidariteit dat wij hier faciliteren. Hieronder een enigszins ingekorte versie. desolidariteit verwelkomt alle bijdragen die iets verstandigs hebben te melden over solidariteit en die burgers met elkaar kunnen verbinden.

( Uitgelicht beeld: culturen praten. Verschillende culturen reiken elkaar de hand op een straathoek in Sydney, Australië. Op het eerste gezicht lijkt er veel te verschillen tussen deze twee vrouwen, maar toch praten ze met elkaar over hun individuele behoeften. De een heeft misschien een bed nodig, de ander wil het gevoel hebben dat ze een medemens helpt. Foto gevonden op: https://tinyurl.com/mu5hbt96 Fotograaf: J. Leonard Matthews. (“cultures talk” door Leonard J Matthews wordt gelicentieerd onder CC BY-NC-SA 2.0. )

culturen praten
Verschillende culturen reiken elkaar de hand op een straathoek in Sydney, Australië. Op het eerste gezicht lijkt er veel te verschillen tussen deze twee vrouwen, maar toch praten ze met elkaar over hun individuele behoeften. De een heeft misschien een bed nodig, de ander wil het gevoel hebben dat ze een medemens heeft geholpen.

Henri Bontenbal: “

In de roman Stad der blinden vertelt de Portugese schrijver José Saramago het verhaal van de stad Lissabon waarin een mysterieuze oogziekte de inwoners plotseling blind maakt. Het begint met een automobilist die plotseling het zicht verliest. Alle mensen met wie hij in contact is geweest, blijken besmet en raken ook blind. Om verspreiding te voorkomen, wordt de groep in quarantaine gezet in een voormalig gesticht, waar ze eten krijgen van de overheid. Het loopt er al snel uit de hand. De menselijkheid verdwijnt, de wetteloosheid neemt toe. De epidemie wordt onbeheersbaar en uiteindelijk ziet bijna niemand meer iets. Anarchie en onmenselijkheid vullen de straten. Totdat een aantal blinden plotseling het zicht terugkrijgt.

Het verhaal van Saramago is een metafoor voor een samenleving waarin mensen het zicht op elkaar verliezen, waardoor de humaniteit in de knel raakt. Gezien worden is een basisbehoefte van ieder mens. Weten dat je partner, vrienden, familie en kinderen van je houden, maakt ons gelukkig. Iedereen krijgt in het leven te maken met tegenslag en verdriet. Familie en vrienden helpen je daarmee om te gaan. Wie liefde en waardering mist, wordt ziek, bang of boos. 

Dat zegt ook de wetenschap. In Harvard loopt al tachtig jaar een onderzoek naar de vraag waarom sommige mensen langer leven dan andere. Dat begon ooit met een groep jongens uit probleemgezinnen in Boston en een groep Harvard studenten. Twee groepen met verschillende kansen in het leven. Naast de deelnemers volgt het onderzoek inmiddels ook hun partners en kinderen. De conclusie: hoe verschillend de startposities ook zijn, hechte familiebanden en goede vrienden leiden tot gezondheid en geluk. Relaties blijken dus belangrijker dan genen, sociale klasse of opleiding.

Het besef dat je verantwoordelijkheid hebt voor een ander en de wereld is de basis voor een samenleving waarin gemeenschappen en relaties kunnen bloeien.

Het tegenovergestelde van deze ‘sociale fitheid’ is eenzaamheid. Vorig jaar publiceerde de Surgeon General van de Verenigde Staten, zeg maar de nationale dokter van Amerika, een rapport over de ‘epidemie van eenzaamheid’. Ook daarin werd geconstateerd: sociale connecties zijn belangrijk voor de gezondheid en levensverwachting van mensen. Eenzaamheid daarentegen vergroot het risico op vroegtijdig overlijden, hart- en vaatziekten, angst, depressie en dementie. Eenzaamheid maakt dus letterlijk ziek.

Het besef dat je verantwoordelijkheid hebt voor een ander en de wereld is de basis voor een samenleving waarin gemeenschappen en relaties kunnen bloeien, waarin het ‘sociaal kapitaal’ sterk is. Als dat besef afbrokkelt, komt de samenleving onder spanning te staan en liggen nieuwe scheidslijnen op de loer.

In zijn boek Bowling alone beschreef politicoloog Robert Putnam hoe Amerikanen steeds minder deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten. Het resultaat is een samenleving waarin mensen eenzaam zijn en niet langer kunnen terugvallen op anderen. In zijn recentste werk, The upswing, kijkt Putnam verder dan die gemeenschapszin en betrekt hij ook aspecten als politieke polarisatie, ongelijkheid en cultuur in zijn analyse. De trend is hetzelfde: als het idee verdwijnt dat we het samen moeten doen, nemen politieke polarisatie en ongelijkheid toe. 

Daaronder ligt nog iets fundamentelers, zei Putnam onlangs. Namelijk het morele besef dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten en dat we verplichtingen hebben naar andere mensen. Polarisatie, ongelijkheid en eenzaamheid kunnen we alleen oplossen als we ons realiseren dat we verantwoordelijkheid dragen om voor andere mensen te zorgen.

Nederland is gelukkig geen Verenigde Staten. We wonen nog steeds in een land waar mensen naar elkaar omkijken, waar vertrouwen is in elkaar, in instituties, de overheid en de rechtsstaat. We hebben een stevig maatschappelijk middenveld van verenigingen, vakbonden en maatschappelijke organisaties, met als gevolg dat ook de economie kan bloeien. Want wie nieuwe ideeën wil uitproberen, heeft meer aan vertrouwen en samenwerking dan aan wetten en regels.

Een sterke, ‘high trust’-samenleving waarin de burgers veel vertrouwen hebben, zoals de onze is niet vanzelfsprekend. Alle deelnemers moeten zich doorlopend inspannen om haar te onderhouden. Hoewel dat in Nederland nog altijd gebeurt, zijn er zorgelijke signalen.

Zo is het vertrouwen van Nederlanders in de toekomst bijvoorbeeld laag. Zo’n 60 procent denkt dat het de verkeerde kant opgaat. Er is grote ontevredenheid over het probleemoplossend vermogen van overheid en politiek. Die ontevredenheid verschilt sterk per groep. Zo’n 16 procent van de Nederlanders behoort tot de twee klassen die het minst tevreden zijn met hun leven en de samenleving. Zij hebben weinig zogeheten economisch, sociaal, cultureel en persoonlijk kapitaal. Voor deze mensen is het moeilijk om mee te komen in de samenleving, om het hoofd boven water te houden en vertrouwen te hebben in de overheid.

Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid kampen deze mensen met het gevoel dat ze amper grip hebben op hun leven. Dat zorgt voor fysieke en mentale problemen die terug te vinden zijn in de cijfers.

Kijken we naar de hele bevolking dan zien we dat vier op de tien Nederlanders zich eenzaam voelt, 1,2 miljoen Nederlanders slikken antidepressiva, ruim een kwart van de volwassen Nederlanders had in 2022 een psychische aandoening. De afgelopen jaren is het aantal volwassenen met een angststoornis, depressie, alcohol- of drugsverslaving sterk gestegen. Een op de vier werkenden tussen 18 en 34 jaar kampt met burn-outklachten. Allemaal symptomen van een samenleving onder hoogspanning.

Kunnen sterke gemeenschappen ervoor zorgen dat mensen steviger in hun schoenen staan? Sociaal geograaf Josse de Voogd en politiek historicus René Cuperus deden onderzoek naar ‘afgehaakt Nederland’. Zij constateren een sterke samenhang tussen inkomens- en opleidingsniveau, sociale samenhang, gezondheid en politieke betrokkenheid. In regio’s en wijken waar veel mensen zijn ‘afgehaakt’, staan veel factoren in het rood: er wordt weinig verdiend, mensen hebben een laag opleidingsniveau, een slechtere gezondheid en er is minder sociale samenhang. Doordat de overheid juist daar te weinig investeert in voorzieningen als een bibliotheek, openbaar vervoer en buurthuizen, neemt de achteruitgang alleen maar toe. 

De overheid heeft burgers behandeld als consument of klant van de overheid, die zich daardoor ook zo voelen.

Tegelijkertijd wijzen de onderzoekers op een belangrijke uitzondering. In een strook die van zuidwest, dwars door Nederland, naar het noordoosten loopt, tekent zich een ‘burgerschapszone’ of ‘gemeenschapszone’ af. Mensen zijn er ‘aangehaakt’; ze kijken naar elkaar om, ze zijn lid van een vereniging, ze zijn relatief gezond en politiek betrokken. Het zogeheten naoberschap, of in het noorden mienskip, spelen een rol.

De overheid heeft haar gemeenschapsversterkende rol de afgelopen jaren verwaarloosd. Burgers zijn behandeld als consument of klant van de overheid – en voelden zich daardoor ook zo. Burgerschap, een essentiële voorwaarde om een democratie gezond te houden, verdween naar de achtergrond. Als reactie op dat verdwijnende verantwoordelijkheidsbesef bij de bevolking, probeerde de overheid alle gaten dicht te lopen. Zij raakte verstrikt in procedures en protocollen, controlezucht en beheerszucht. Dat zoog de energie uit de samenleving.

Een overheid moet haar burgers aanspreken als onderdeel van een politieke gemeenschap, als dragers van rechten én verantwoordelijkheden. Als dat niet gebeurt, is sprake van verwaarlozing. Die bleef overigens niet beperkt tot burgers. Er is ook te weinig vooruit gekeken en te weinig geïnvesteerd in de economie van morgen, bijvoorbeeld in een schone, duurzame industrie. Daarmee is ook de volgende generatie en onze leefomgeving verwaarloosd. 

De oplossing voor de maatschappelijke vraagstukken waarmee we vandaag de dag als samenleving worden geconfronteerd – denk aan migratie, woningnood, klimaatverandering, zorg, landbouw – is niet: de overheid of de markt lossen het wel voor u op. Ons land hunkert naar een samenleving waarin burgers hun verantwoordelijkheid nemen, in een gebalanceerd samenspel met een overheid die kaders stelt en faciliteert, en een economie die in dienst staat van het algemeen welzijn. 

“, aldus Henri Bontenbal.

Lees het hele stuk in Vrij Nederland, vrij toegankelijk via https://tinyurl.com/4zjk225t

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Laat een reactie achter!x