Essay van Bert Breij – voorjaar 2025
Wie niet online is, telt niet mee. Dat is de stille logica van onze tijd. Sinds de coronapandemie werd dat pijnlijk duidelijk. Overal ontstonden digitale snelwegen, maar niet iedereen had een voertuig, laat staan een routekaart. Terwijl we Zoomend vergaderden, bestelden, leerden en lachten, raakte een groeiende groep achterop. Ongemerkt, maar onverbiddelijk.
We noemen het voortgang. Innovatie. Transitie. Maar wat als de samenleving niet iedereen meeneemt? Wat als het tempo van technologie sneller is dan het vermogen tot bijbenen? Dan ontstaat een nieuwe ongelijkheid, die je pas ziet als je omdraait. En dat doen we zelden. We zijn te druk met vooruit.
Digitalisering is geen luxe meer, maar noodzaak. Toegang tot zorg, onderwijs, werk, overheidsinformatie – alles verloopt digitaal. Dat klinkt efficiënt, maar is niet neutraal. Wie niet mee kan, valt erbuiten. En wie buitenvalt, valt stil.
Niet alleen ouderen of mensen met weinig opleiding. Ook jongeren die nooit leerden twijfelen aan wat hun scherm toont. Werkenden die wel kunnen klikken, maar niet kunnen interpreteren. Mensen met schulden die geen idee hebben van hun rechten, omdat de uitleg online verstopt zit achter onleesbare voorwaarden en ingewikkelde interfaces.
We leven in een samenleving waarin je geen dak nodig hebt om dakloos te zijn. Je hoeft alleen maar offline te zijn.
Digitale uitsluiting is vaak geen bewuste keuze, maar het gevolg van gebrekkige toegang, beperkte vaardigheden, en een diep gevoelde afstand. Aan die afstand kunnen we iets doen. Niet met technologische kunstgrepen, maar met menselijke nabijheid. En met solidariteit.
Solidariteit is niet: “Hier is een laptop, succes.” Solidariteit is: “Wat heb jij nodig om mee te doen? Wat belemmert je? Wat kan ik voor je doen?” Het is geen eenrichtingsverkeer, maar een gesprek. Geen verplichting, maar een uitnodiging.
Daarom zijn sociaal werkers zo belangrijk. Niet als digitale experts, maar als vertrouwde gidsen. Ze komen achter voordeuren waar beleidsmakers nooit komen. Ze horen waar de pijn zit, waar de verwarring toeslaat, waar het vertrouwen zoek is. Zij kunnen de digitale wereld vertalen naar de leefwereld. En omgekeerd.
Maar ook sociaal werkers hebben ondersteuning nodig. Tijd, ruimte, opleiding. Digitale technologie is geen bijzaak meer, maar hoofdzaak geworden in het sociaal domein. Dat vraagt om nieuwe vaardigheden – niet om vervangen te worden, maar om beter te kunnen begeleiden. Technologie moet sociaal werk niet overnemen, maar versterken. Dat is geen bedreiging, maar een kans.
En dan zijn er de gemeenten. Die moeten stoppen met zenden en beginnen met afstemmen. Niet de burger aanpassen aan het systeem, maar het systeem aan de burger. Dat betekent: begrijpelijke taal, meerdere communicatiekanalen, keuzemogelijkheden. Het betekent: technologie inzetten als brug, niet als poortwachter. En vooral: mensen serieus nemen.
We moeten af van het idee dat digitalisering een lineair proces is van achterstand naar vooruitgang. Het is geen weg die iedereen vanzelf aflegt. Het is een doolhof, met zijpaden, valkuilen en omwegen. Daarin verdwalen mensen. De kaart is niet voor iedereen leesbaar. En de bestemming is niet altijd wenselijk. Want wat betekent vooruitgang als je onderweg mensen verliest?
We hebben geen nieuwe systemen nodig, maar nieuwe ogen. Ogen die zien wie we uit het oog zijn verloren. Ogen die beseffen dat technologie geen neutraal hulpmiddel is, maar een spiegel van wie we willen zijn. Willen we een samenleving waarin iedereen mee kan doen? Dan moeten we technologie menselijk maken. Toegankelijk, begrijpelijk, uitnodigend.
Daarvoor is geen code nodig, maar compassie. Geen innovatie, maar inleving. En geen algoritme, maar aandacht. Aandacht voor de ander, die minder vanzelfsprekend toegang heeft tot wat voor ons inmiddels normaal lijkt.
Digitale inclusie is geen technisch probleem, maar een sociaal vraagstuk. Het vraagt geen snellere wifi, maar langzamere systemen. Geen hoogstandjes, maar laagdrempels. Geen dashboards, maar deurknoppen.
Solidariteit begint daar waar we de ander niet laten struikelen over wat voor ons vanzelfsprekend is. En technologie? Die moet ons daarbij helpen. Of wij het willen of niet – want wie vandaag digitaal niet mee kan doen, mist morgen alles. En dat kunnen we nooit normaal vinden.
Bert Breij
Voorzitter Stichting DeSolidariteit
April 2025