Tom van Oosterhout, 19-8-2024
Solidariteit en een duurzame ontwikkeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
In 1987 definieerde de arts en drievoudig Noorse premier Gro Harlem Brundtland duurzame ontwikkeling als een bij uitstek solidaire ontwikkeling. Haar definitie luidde: Een duurzame ontwikkeling voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder beperking van de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien.
Deze definitie benadrukt niet alleen de solidariteit tussen generaties, maar ook die van de leden binnen de huidige generatie. Per slot van rekening zijn behoeften gelijkmatig over de mensen verdeeld. Ook als die onderling verschillen heeft eenieder recht op de vervulling van zijn behoeften. Het is bovendien overduidelijk dat de behoeften van de een niet ten koste moeten gaan van de ander.
In de uitwerking van de definitie van duurzame ontwikkeling van Brundtland zijn verschillende benaderingen gekozen. De internationaal meest bekende is die waarbij wordt gestreefd naar een balans tussen economie, ecologie en de mens in zijn sociale en culturele kwaliteiten.
De keuze voor een dergelijke balans ligt voor de hand omdat zonder solidariteit tussen de mensen en de generaties de economie vastloopt, het milieu nog verder wordt aangetast en de mens sociaal en cultureel armer en ongelukkiger wordt. Zo niet nu, dan toch in de toekomst.
Huidige verschijnselen waaruit blijkt dat sprake is van een onbalans tussen economie, ecologie en de mens, zijn de ongewenste klimaatverandering (met als bijbehorend effect de ongelijke hoge lasten die de klimaatverandering veroorzaakt voor de armste mensen), de groeiende kloof tussen de allerrijksten en alle andere mensen en de buitengewoon ernstige aantasting van de biodiversiteit (die ook leidt tot grote risico’s voor de voedselvoorziening).
Deze verschijnselen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De ernst van de onbalans wordt bovendien onvoldoende ingezien. Daarmee tast die onbalans niet alleen de solidariteit binnen de huidige generaties op ernstige wijze aan, maar zeker die met de toekomstige generaties.
De Duitse filosoof Peter Sloterdijk brengt, in zijn boek De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd (2014), de mentaliteit van de huidige generatie onder woorden als après nous la déluge. Deze aan de markiezin De Pompadour (1721 – 1764) toegeschreven uitspraak, betekent zoveel als: na ons de zondvloed. Sloterdijk gebruikt zijn boek op virtuoze wijze om het ontstaan en de impact van die mentaliteit uit te leggen.
Een dergelijke mentaliteit is geen solidaire mentaliteit. De gevolgen voor een duurzame ontwikkeling van een zo groot gebrek aan solidariteit laten zich raden. Een duurzame ontwikkeling zonder solidariteit, en, andersom, solidariteit zonder duurzame ontwikkeling, is onmogelijk. Ze zijn beide onlosmakelijk met elkaar verbonden.