De democraten zegevierden over de populisten bij de parlementsverkiezingen in Polen afgelopen oktober. Maar na vijf maanden van aanzienlijke juridische en politieke wanorde is het nog steeds slecht gesteld met de democratie.
De redenen voor deze trieste stand van zaken zijn niet noodzakelijk parochiaal. Polen heeft misschien wel een naar binnen gekeerde reputatie als anarchistisch en onwillig om compromissen te sluiten. (Om Jean-Jacques Rousseau te parafraseren: de Poolse liefde voor vrijheid gaat niet hand in hand met de deugd van burgerschap). Toch is de huidige impasse het kind van acht jaar populistisch bewind dat moeilijk ongedaan te maken blijkt. Het lijkt erop dat het oude communistische gezegde nog steeds opgaat: van een (democratisch) aquarium kun je vissoep maken, maar andersom niet.
De Polen hebben ruime ervaring met het opbouwen van een democratisch systeem op de ruïnes van een autoritair bewind. Als zij een populistische erfenis niet kunnen overwinnen, wie kan dat dan wel? Achteraf gezien lijkt het verlaten van het communisme echter een eenvoudigere taak.
In 1989 deelden de strijdende partijen in Polen – de regerende ‘Verenigde Arbeiderspartij’ en de vakbond Solidarność, die de oppositie leidde – een brede doelstelling: ze wilden zich aansluiten bij het welvarende, vreedzame en democratische deel van Europa. De Sovjet-Unie onder Michail Gorbatsjov was niet langer bereid en in staat om dat tegen te houden en dus slaagden ze erin om aan een ‘ronde tafel’ te gaan zitten en een machtsdeal te sluiten.
Vandaag zijn de liberale en niet-liberale politieke kampen hopeloos verdeeld en delen ze geen fundamentele standpunten over kapitalisme, democratie en Europese integratie. Een akkoord over machtsdeling mag bovendien niet alleen gaan over het verdelen van lucratieve posten: het moet de aspiraties van de meeste burgers weerspiegelen. Deze keer ontbreekt het echter aan een gemeenschappelijke visie op de toekomst.
Lees verder op: https://www.socialeurope.eu/poland-from-populism-into-the-unknown