Tweewekelijkse column van Bert Breij, DeSolidariteit
Martin Bosman, nu voorzitter van de Tweede Kamer, noemde de aandacht voor het slavernijverleden “slavernijgedram” en sprak over “anti-blank racisme” en “propaganda en indoctrinatie” met betrekking tot dit onderwerp. Bosma uitte kritiek op de excuses die de Nederlandse staat en koning Willem-Alexander hebben gemaakt voor de rol van de overheid en het koningshuis in de slavernij en hij wilde dat deze excuses werden teruggedraaid. Hij verwees naar verzetsheld Tula als een “racistische moordenaar”, ondanks de recente rehabilitatie van Tula in het herdenkingsjaar. Bosma weigerde reflectie te tonen of excuses te maken voor zijn eerdere uitspraken. Deze uitspraken hebben geleid tot veel controverse en waren de reden waarom zijn uitnodiging voor de Nationale Herdenking Slavernijverleden werd ingetrokken.
Voor de tweede keer heeft de Raad van Kerken schuld beleden over haar aandeel in de slavernij. ‘Dit is een vervolgstap’, zegt secretaris van de Raad van Kerken Christien Crouwel over de herdenkingsdienst gehouden op de vooravond van Keti Koti. Op 1 juli werd daarmee de afschaffing van de slavernij (1863) herdacht. ‘Keti Koti’ betekent verbroken ketens en verwijst naar de boeien waarmee de tot slaaf gemaakte mensen werden vastgezet.
Dat in feite de slavernij als verplicht loonslaaf nog tien jaar werd voorgezet, wordt helaas in de herdenking veel te weinig meegenomen. Na de afschaffing werd er nog tien jaar staatstoezicht op de koloniën gehouden. Gedurende die tijd waren de slaven gedwongen om op de plantages te blijven werken, ondanks dat ze formeel geen eigendom waren van een slavenhouder. Ze werden niet meer beschouwd als goederen, maar desondanks hadden zij geen vrijheid om te gaan en staan waar ze wilden. Dit was bedoeld om de “plantage-economie” (lees: de plantagehouders) te beschermen.
Hoe welkom was Nicolaas Beets geweest? Beets, opgenomen in de Canon van Nederland, leefde van 1814 tot en met 1903. Hij was schrijver, dominee en dichter. Wij van DeSolidariteit eren hem als baanbrekend voor de afschaffing van de slavernij. Hij speelde een prominente rol in het Utrechtse comité van de Nederlandsche Maatschappij ter Bevordering van de Afschaffing der Slavernij opgericht in 1842.
Beets schreef hier in 1853 twee gedichten over:
Een lied om bevrijding
Laat de ketens vallen!
Breekt, verbreekt het juk!
Vrijheid is voor allen
Noodig tot geluk.
Menschelijke harten,
Die dien schat besluit,
Brengt hem ook den zwarten,
Stelt niet langer uit!
Laat de ketens vallen!
Breekt, verbreekt het juk!
Vrijheid is voor allen
Noodig tot geluk.
Nog een lied om bevrijding
Merkelijk korter dan het vorige
Och Neerlands machtigen en braven!
Verbreek ons juk;
Brengt, brengt uw arme negerslaven
Toch eindlijk, eindlijk uit den druk.
Wij zijn wel zwarten,
Maar hebben harten,
Zoo goed als gij.
En zoo uw harten beter zijn,
Verlost dan de onzen van de pijn!
Veel lijden wij.
Beets voerde vier argumenten aan voor de afschaffing van de slavernij. Argumenten die typerend waren voor het gedachtengoed van de negentiende eeuw. Afschaffing van de slavernij was ten eerste een zaak van menslievendheid, ten tweede een zaak van beschaving, ten derde in de geest van het christendom en ten vierde passend aan de eisen van de tijd. Beets riep koning Willem III op: ‘Ook het uwe, Sire! Hoor die stem’. De Koning van toen toonde zich vrij ambivalent wat betreft de afschaffing.
‘De slavernij was een misdaad tegen de menselijkheid’, herhaalde Rutte nog eens in een debat. “Slavernijgedram” noemde de huidige voorzitter van de Tweede Kamer het nog vlak voor zijn aantreden.
Wat zou Tula, de nationale held van Curaçao hiervan gezegd hebben?