Skip to main content
Ons pensioenstelsel

Door Bert Breij

Velen denken dat we volgend jaar al een nieuw pensioenstelsel krijgen. Maar dat is niet zo, dat is in 2028. Kreeg de vraag om het nog eens uit te leggen en te zeggen wat ik van het stelsel vind. Vanuit ook oogpunt van solidariteit. 

Weet je nog hoe ons pensioen altijd werd geregeld? Het voelde een beetje alsof je vader of moeder alles voor je uitzocht: geen zorgen, alles komt goed. Dat noemen we paternalisme. Het oude stelsel zorgde ervoor dat je later altijd een redelijk pensioen kreeg, ongeacht of je precies wist hoe het werkte. Je betaalde als jongere mee aan de pensioenen van ouderen, en als het jouw beurt was, betaalden de jongeren weer voor jou. Dat was solidair. Maar nu gaat alles veranderen. En dat roept de vraag op: waarom?

Vanaf 2028 krijgt iedereen een eigen potje. Jouw geld wordt voor jou apart gezet. Dat klinkt eerlijker, toch? Want wat jij inlegt, is wat je later terugziet. Maar is dat ook zo? Het nieuwe systeem is minder solidair. Stel je voor: iemand met een goed salaris en een stabiele baan kan veel inleggen en een mooi pensioen opbouwen. Maar als je minder verdient, parttime werkt, of veel tijdelijke baantjes hebt, blijft je pensioenpotje klein. En wat als de economie tegenzit? Dan groeit je potje ook minder hard.

Waarom die verandering? De overheid en De Nederlandse Bank vonden dat het oude systeem niet meer werkte. Steeds meer ouderen en steeds minder jongeren om de pot te vullen, zeiden ze. Maar is dat het hele verhaal? De Nederlandse Bank stelde zulke strenge regels dat pensioenfondsen, ondanks honderden miljarden in kas, pensioenen niet meer konden verhogen. Daardoor voelde het alsof het systeem stuk was, terwijl sommigen zeggen dat we het gewoon hadden kunnen repareren.

En dan is er nog iets: vroeger dachten de pensioenfondsen voor je. Jij hoefde je geen zorgen te maken over rendementen, risico’s of schommelingen op de beurs. Dat was paternalisme op z’n best. Het nieuwe stelsel legt meer verantwoordelijkheid bij jou. Je moet straks begrijpen hoe jouw potje werkt en dat brengt risico’s met zich mee. Dat is flexibeler, maar minder zeker.

Wie wordt hier beter van? Mensen met een hoog salaris en een stabiele loopbaan krijgen precies wat ze inleggen. Zij zijn blij. Maar voor wie minder verdient, minder werkt of minder tijd heeft gehad om pensioen op te bouwen, is dit systeem minder gunstig. Het Centraal Planbureau heeft berekend dat sommige lagere inkomens tot 10% minder pensioen krijgen. En dat is zuur.

Waarom is de FNV dan akkoord gegaan? Omdat het oude systeem onder druk stond en ze mee wilden beslissen over het nieuwe. Ze hebben bereikt dat sommige risico’s, zoals heel oud worden, nog steeds gedeeld worden. En ze hopen dat flexwerkers en zzp’ers nu makkelijker pensioen kunnen opbouwen. Maar eerlijk is eerlijk: het is een compromis, en niet iedereen is blij.

Werkgevers zien voordelen in het nieuwe systeem. Voor hen wordt pensioen minder een last en meer voorspelbaar. In het oude stelsel betaalden werkgevers vaak een groter deel van de rekening als het economisch tegenzat. Dat risico verdwijnt nu grotendeels, omdat het meer bij de werknemer komt te liggen. Werkgevers vinden ook dat het nieuwe stelsel beter past bij de huidige arbeidsmarkt, met meer flexwerk en zzp’ers. Maar achter de schermen klagen ze wel over de hoge kosten van de overgang: de hele omslag kost miljarden en brengt veel administratieve rompslomp met zich mee. Toch zijn werkgevers over het algemeen positief, omdat ze minder verantwoordelijkheid dragen voor de financiële risico’s van het pensioen.

Had dit echt gemoeten? Misschien niet. Misschien was het oude systeem met wat slimme aanpassingen gewoon blijven werken. Maar hier staan we nu. Het nieuwe stelsel is flexibeler, individueler, maar ook riskanter. En nu komt het op ons aan om op te letten en keuzes te maken. Want het is jouw potje. Jouw toekomst. En dat vraagt om aandacht.

Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Laat een reactie achter!x